Dinsdagochtend, 8 uur. Ik maak me klaar voor de netwerkbijeenkomst diezelfde dag. En ik besluit het anders te doen dan voorheen.
Want deze keer pak ik voorbeelden mee uit mijn zakelijke én mijn poëzieportfolio. En als ik de teksten naast elkaar op tafel leg, zie ik ineens de overeenkomst. Ze geven woorden aan dingen van waarde.
Het artikel in Monumentaal over de renovatie van een fantastisch mooie kapel in het Brabantse Oudenbosch. De folder over een kunstroute in Bergen op Zoom. Het artikel over bijen in het magazine over lokale streekproducten. Ze gaan mee in mijn tas, samen met de gedichten over monumenten en over dementie.
Het is behoorlijk wennen om mijn persoonlijke (schrijf)kant te laten zien. ‘Past het wel?’ ‘Wat zullen ze wel niet denken?’ Het schiet allemaal door mijn hoofd.
Maar als ik het niet doe, wat gebeurt er dan? Dan ga ik aan mezelf voorbij en aan de waarde die ik kan bieden. Want in mij huizen een tekstschrijver en een dichter. Een ondernemer en een gevoelsmens.
Deze ochtend zal ik niet snel vergeten. Want de reacties op mijn gedicht zijn tranen en wat volgt zijn persoonlijke verhalen.
Dat woorden veel kunnen doen, wist ik wel. Maar dat ze zoveel losmaken, daar kan ik alleen maar heel, heel stil van worden …